Vruchtbaarheid

Terug naar Anticonceptie

 

De man produceert elke dag miljoenen zaadcellen in de zaadbal. Deze cellen worden:

  • opgeslagen in de bijbal om er enkele weken te rijpen;
  • daarna continu via de zaadleider vervoerd naar de zaadblaas achter de prostaat;
  • en opgeslagen tot de ejaculatie plaatsvindt.

Een deel van de zaadcellen komt tot rijping, andere worden afgebroken.

Twee factoren bepalen de vruchtbaarheid van de man, en dus de kwaliteit van het sperma:

  • de hoeveelheid zaadcellen in het spermavocht
  • de beweeglijkheid waardoor de zaadcel de eicel kan bevruchten

De vrouw heeft al haar eicellen in haar eierstokken van bij haar geboorte.

Vanaf haar puberteit heeft zij per menstruatiecyclus één eicel die rijp gemaakt wordt.

Deze eicel: 

  • rijpt eerst gemiddeld twee weken totdat ze klaar is voor de eisprong (ovulatie);
  • verlaat dan de eierstok;
  • en begint een tocht van enkele dagen door de eileider naar de baarmoeder

Door een samenspel van hormonen maakt de baarmoeder progesteron aan. Zo kan een bevruchte eicel zich eventueel innestelen.

Volgt er geen bevruchting, dan wordt het voorbereidend materiaal afgebroken en heeft de vrouw na twee weken haar maandstonden (menstruatie). Een cyclus van gemiddeld 28 dagen die zich herhaalt tijdens haar hele vruchtbare levensfase, tot haar menopauze (overgang).

Bevrucht de zaadcel wél de eicel, dan nestelt het bevrucht eitje zich in de baarmoederwand. De menstruatie blijft uit, de zwangerschap begint.